Camargue
> De Gard > Camargue 

Camargue

De Camargue is de naam voor een moerasgebied van de Rhônedelta. Het is het meest bekend vanwege de in het wild levende witte paarden, stieren en de roze flamingo's. Het is een vlak en zeer waterrijk gebied met veel meren en lagunen, moeras- en grasland, duin- en bosgebieden. Het is tevens belangrijk voor de winning van zout, de rijstteelt en de wijnbouw.

Zo te zíen líjkt het woete natutuur, maar in feite is het het doorzettíngsvermogen van de mensen dat samen met de grilligheid van de Rhóne en de bewegíngen van de zee vorm heeft gegeven aan de Camargue gardoíse. In 1970 verkreeg de Camargue de status van Regionaal Natuurpark. Je zou de "Grande Camargue" met een oppervlak van 750 km² ook wel een eiland kunnen noemen, omdat het van het vasteland is gescheiden door de twee vertakkingen van de Rhône die vanuit Arles naar de zee lopen.

De oostelijke vertakking (Grand Rhône) mondt uit in de zee bij Salin-de-Giraud en de westelijke vertakking (Petit Rhône) bij Saintes-Maries-de-la-Mer. Deze twee plaatsjes zijn de enige nederzettingen in de Grande Camargue, met in totaal rond de 8000 inwoners. De Petite (kleine) Camargue, ofwel Camargue Gardoise, ligt ten westen van de Petit Rhône en beslaat 40 km².

In de tijd tot 1900 is het aanzien van de Camargue voortdurend veranderd door de invloed van zowel zoet water van de rivier als zout water van de zee met zijn eb- en vloedwerking. De bewoners van dit gebied, die gedeelten van het land bebouwden en bewerkten, zagen hun oogsten vaak door overstroming verdrinken. Voor de bevolking was het niet eenvoudig zich van voldoende voedsel te voorzien. Pas tegen het eind van de 19e eeuw was de strijd tegen het water omgebogen in het voordeel van de mens, zodat er meer land bebouwd kon worden. In 1859 werd de eerste zeedijk aangelegd, die de invloed van de getijdenwerking inperkte. In 1869 werden de Rhône-oevers ingedamd, waardoor het aantal overstromingen sterk terugliep. Nu konden de bewoners van de Camargue wijngaarden aanleggen, geïrrigeerd met zoet water. Na de Tweede Wereldoorlog begon men met intensieve rijstteelt. Aangemoedigd door het succes van hun inspanningen legde men meer irrigatiekanalen aan om meer land te kunnen ontzilten. Maar voor het goed functioneren van deze kanalen moest men de loop van het water beter in de hand kunnen houden, dus verbeterde men geleidelijk aan de waterbeheersing. Hierdoor kon men ook de gevolgen van droogte en smeltwatervloeden beter in de hand houden en de oogsten op de intussen 20.500 ha bebouwd land veilig stellen. Het netwerk van dammen en dijken zorgde ervoor dat de oosten opbrengsten stabiel werden maar dreigde zowel de landschappelijke eigenheid als de flora en fauna van het gebied aan te tasten. Daarom werd een strikter regulerings systeem ontworpen en aangelegd, met pompgemalen, irrigatienetwerken, een afwateringssysteem en een fijnmazig netwerk van kanalen en sloten. Gevolg was wel dat de Camargue een deel van de vermaarde 'wildheid' inleverde. Dat geldt trouwens ook voor de eens zo wilde paarden. De meeste hebben nu een eigenaar. 's Nachts leven ze inderdaad nog in het wild, maar 's morgens worden ze opgehaald, zodat de toeristen een ritje kunnen maken en de folklore van de streek in stand kan worden gehouden.

Omdat een gebied als de Camargue met zijn fragiele ecosysteem in Europa niet veel voorkomt wordt het zorgvuldig beschermd. De biologische diversiteit is enorm, een gevolg van de combinatie en werking van zowel zoet als zout water in drassig land, doorspekt met meren en ondiepe moerassen (20-80 cm). Het aanzien van de Camargue wordt mede bepaald door de invloed van het mediterrane klimaat. In de zomer valt een gedeelte van het land droog en de meren worden aanzienlijk kleiner.

Op de zoutige vlakten tiert de zeekraal welig, een belangrijke voedingsbron voor de wilde stieren en paarden. In de winter overstroomt de vlakte, in de zomer droogt het uit tot de grond barst, maar in de lente is het een ideaal waterland voor moeras- en watervogels als de grutto, de oeverloper en de (zwarte) steltloper. Ook flamingo's doen zich tegoed aan het beschikbare voedsel. Gebruikmakend van deze unieke infrastructuur van "de Bouches du Rhône" heeft Rene Lamouroux, nu 30 jaar geleden het "Care Centre Pont de Gau" ontwikkeld. Dit park "Ornithologische" brengt U dichter bij de dieren in een natuurlijke omgeving van 60 ha. Vele paden leiden door alle facetten van deze bijzondere omgeving: moerassen, plassen, rietvelden, gazons, sansouires, roubines. De diversiteit van habitats ondersteunt de aanwezigheid van vele soorten vogels, trekkende of blijvende. Alles is hier werd ontworpen om van dichtbij honderden flamingo's, reigers, ooievaars, zilverreigers, wintertalingen, haviken, mussen en andere kleine steltlopers te bekijken.

De laaggelegen zoutvlakten, die opdrogen en barsten in de zomer, zijn bedekt met zeekraal. Wilde stieren en paarden eten dit graag. Omdat ze in de winter onderlopen, vormen ze in de lente moerassen voor moerasvogels (grutto's, oeverlopers, steltkluten, etc.). De zeekraal en de zoutkristallen werden verbrand om soda te winnen voor de productie van zeep en glas. Aan het eind van de 19e eeuw werd plantaardige soda echter vervangen door fabriekssoda van zout. Deze zoutwatermeren, die worden omgeven door duinenrijen die gevormd zijn door de natuurkrachten, worden tegenwoordig in Salin-de-Giraud door de mens aangelegd om zout te produceren. De productie van zout is de belangrijkste bron van inkomsten in de Camargue sinds de spectaculaire groei van de chemische industrie. Het natrium en de chloor die uit het zout worden gewonnen worden toegepast in verschillende chemische en farmaceutische producten. De indampingsbassins in Salin-de-Giraud beslaan meer dan 11.000 ha waaruit gemiddeld 1.000.000 ton zout per jaar wordt gewonnen en is daarmee het grootste zoutwingebied van Europa. Er zijn vier stadia in het zoutwinningsproces (het vullen van de bassins, watercirculatie om de pekel te concentreren, het drogen en de winning).

Tussen het riet en de sansouires ligt het reservoir Vaccarès, een groot meer van 6.000 ha. Het speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding van de delta. Omdat het water zo ondiep is (minder dan 2 meter), de wind het oppervlak kan beroeren en omdat de zon er gemakkelijk bij kan, is dit een effectief waterzuiveringssysteem. Het reservoir verwerkt jaarlijks 50 miljoen m³ water van de omliggende rijstvelden, waardoor een deel van het verlies aan zoet water uit de Rhône (sinds de aanleg van dijken) wordt gecompenseerd. Er leven behalve de roze flamingo's meerkoeten, eenden, futen, sternen, zeemeeuwen en vele andere watervogels.

Tot slot spelen ook de kleine bosachtige gebiedjes langs de Rhône en bij de voormalige duinen ten zuiden van Vaccarès een belangrijke rol in het ecosysteem van de Camargue. Dit geldt met name voor de talrijke zoogdieren, zoals diverse knaagdiersoorten, vossen en beren, en ook voor insecten, die een belangrijke voedingsbron vormen voor nestelende vogels.

In 1927 werd een gebied ter grootte van 13.117 ha van Vaccarès tot aan de zee officieel bestempeld tot beschermd natuurgebied. Het Nationale natuurreservaat Het is een complexe combinatie van zoet- en brakwater. De toegang is beperkt tot de zeedijk, het gebied rond la Capelière, het informatiecentrum van de Franse Milieubescherming en de parkbeheerders.

Deze Camargue pagina zal verder worden ontwikkeld in Q4 2012 om ook de musea, wandel, fiets en paardrijd mogelijkheden te beschrijven.