
Toen de Romeinen het land veroverden, voltrok zich een ontwikkeling die ook in andere grote steden waargenomen werd: Caesar vestigde hier veteranen die voor een groot deel uit Egypte kwamen. De herkomst van deze nieuwe bewoners verklaart de krokodil die in die tijd op de munten werd afgebeeld. Augustus benoemde de nederzetting in 27 v.Chr. tot een Romeinse kolonie. De kolonie werd Colonia Augusta Nemausus genoemd. Augustus gaf opdracht een muur rond de stad te bouwen. Tevens werd de stad uitgebreid met monumentale openbare gebouwen. De vele overblijfselen uit de romeinse tijd zijn al een bezoek aan de stad waard zoals: Maison carrée, arena, tour Magne, porte Auguste...
Vanaf de 4e eeuw beschikte de Volsci-stam over een omvangrijke nederzetting waarvan Nimes (Nemausus) de belangrijkste was. In de 2e eeuw beleefde de stad een bloeitijd. De stad vervulde een belangrijke bestuursfunctie. In de 3e eeuw kreeg de stad een bisschop. Door de invallen van de Germanen en het slecht functionerende publiekrechtelijke stadsbestuur trok een groot deel van de bevolking vanaf de 5e eeuw naar het platteland. De stad raakte steeds meer ontvolkt. Toen de Franse Kroon in 1229 de Languedoc annexeerde, werd Nîmes Frans.

Nu, twee duizend jaar na de romeinse bezetting, vormen de werken van innoverende architecten en beeldende kunstenaars (Foster, Nouvel, Starck, Wilmotte...) een zelfverzekerd antwoord op de Romeinse architectuur. Tussen deze twee uitersten getuigt een veelheid aan architectonische en culturele schatten van de rijke identiteit van Nîmes.
De hugenoten maakten de stad in de 16e eeuw tot een van hun bolwerken. Net als in Genève riep Nîmes zich uit tot stad van de Reformatie, wat in de eeuwen daarna telkens weer tot bloedige twisten tussen protestanten en katholieken leidde. Vanaf de 15e eeuw kwam de lakenfabricage in de stad tot ontwikkeling.
Tegenwoordig is Nîmes een van de snelst groeiende steden in Frankrijk. Het stadsontwerp heeft niet de vorm van een schaakbord doordat de plattegrond zich naar de originele landwegen ging vormen.

Nîmes dat doordrenkt is van protestantse gereserveerdheid, straalt ook een wilde zuidelijke uitbundigheid uit die vooral tot uiting komt tijdens de feria's. Deze complexiteit die de stad een eeuwige schoonheid geeft, kunt u het beste doorgronden lopend door de talrijke voetgangersstraatjes. Lopen is immers een ideale manier om de Geschiedenis in zich op te nemen.
De bezienswaardigheden staan netjes in een cirkel en kunnen met de wijzers van de klok mee bekeken worden. Langs de boulevards staan de monumenten uit de Oudheid en van hieruit lopen kleine steegjes naar de binnenstad. Door de uitstekend bewaard gebleven monumenten uit de Oudheid trekt Nîmes steeds meer toerisme.
Helaas zijn er nauwelijks bezienswaardigheden uit de Middeleeuwen of de periode daarna bewaard gebleven. Stierengevechten vinden drie keer per jaar plaats, in februari, met Pinksteren en tijdens de wijnoogst in september.